Seiser Alm...

25 juni 2019 - Sankt Lorenzen, Italië

Fris en fruitig uit bed is vandaag niet helemaal van toepassing...heel dikwijls wakker geweest door de warmte en het vele klimmen en dalen van gisteren doet de kuiten ook wat protesteren. Dan maar snel naar het ontbijt en daar de nodige energie voor vandaag gaan binnensmikkelen.  

Om 9u vertrekken we voor onze volgende uitstap. Eerst nog zo’n 30 km rijden door het Pusterdal langs Lodenwelt, bekend voor de fabricage van loden kledij, een stof van Tiroolse oorsprong. 

We zien net voorbij Lodenwelt ook nog een goed bewaarde kasteelruïne dat vroeger dienst deed als tolhuis. 

Vanaf Brixen gaan we de snelweg Brenner op richting Bolzano, dieper Italië in, doorheen een vallei, het Isarco-dal, met ontzettend veel fruitteelt. Het fruit uit deze streek zou van een uitzonderlijke kwaliteit zijn. Bij Völs zien we dan weer een mooi klooster liggen hoog op de berg. 

De gids vertelt ook nog over Ötzi, de ijsmummie van een man uit de Kopertijd werd hier in de omgeving door bergbeklimmers gevonden in de Ötztaler Alpen. Dit was in 1991 op de gletsjer Niederjochferner, op een hoogte van 3210 meter. Destijds was er grote discussie of de vindplaats in Oostenrijk of Italië lag, maar uiteindelijk bleek de vindplaats zo’n 90 meter van de grens in Italië liggen. De mummie is te bezichtigen in het Zuid-Tiroler Archeologiemuseum in Bolzano. 

Vanaf Bolzano begint trouwens eigenlijk pas het echte Italië. Want het stuk Tirol dat in Italië ligt hoorde oorspronkelijk bij Oostenrijk. Maar door de wereldoorlogen (google het maar eens als je de hele uitleg wil) en vooral door het geheime Pact van Londen na WOI werd dit stukje Oostenrijk aan Italië beloofd bij hun overstap naar het geallieerde kamp. 

Doorheen de jaren wilde men dit gebied volledig gedwongen Italianiseren maar het volk dat er woonde bleef voet bij stuk houden (ondanks de gruwelijke eisen die hen werden opgelegd) en bleef bij hun eigen Oostenrijkse tradities. Vandaar ook nog steeds de typische Oostenrijkse sfeer hier en ook de Duitse en Italiaanse taal. 

Vanaf Bolzano begint onze klim richting Seis en kunnen we goed zien hoe de Brennerpas, waar we daarstraks nog op reden, diep onder ons langsheen de rotsen loopt...de uitzichten zijn geweldig. Alleen mijn maag gaat niet helemaal akkoord met de vele haarspeldbochten. Een pilletje Domperidone is nu meer dan welkom.

Aangekomen bij de Seiser Alm-gondel, gelegen op 1012 meter hoogte, krijgen we onze kaartjes en kunnen we onze gondel nemen naar de Seiser Alm, de grootste bergweide van Europa...het terras van waar we de Dolomieten kunnen bewonderen zoals de gids gisteren nog zei. De tocht naar boven duurt toch zo’n 12 minuten en is best indrukwekkend...en warm in die gondel, pfff.

Boven aangekomen staan we op een hoogte van 1857 meter en hebben we een prachtig zicht op de Dolomieten. We hebben hier weer de keuze uit drie wandelingen. Rechtstreeks via de weg naar het gasthof waar we straks zullen eten, of een route door de almen die halverwege uitkomt op de weg naar het gasthof en wie het ziet zitten kan vanaf daar nog een andere route volgen tussen de almen maar met een pittige klim en zo verder tot het gasthof. 

De hele groep gaat het eerste stuk mee door de almen. Die staan volop in bloei met diverse soorten wilde bloemen. De almen kleuren wit, blauw, paars, geel, oranje en groen...stel je daarbij de omliggende Dolomieten voor onder een blauwe hemel dan kan je je wel voorstellen dat dit een fotoparadijs is. Hier en daar nog een koetje in het landschap maakt het plaatje helemaal af. De koeien zijn allemaal voorzien van een koebel en ze bellen dat het een lieve lust is...geweldig toch. De Seiser Alm heeft trouwens een oppervlakte van 57 vierkante km en ligt op een hoogte van 1680 tot 2350 meter. Op de alm liggen 365 almhutten, berghutten en schwaigen. In de winter is dit een erg gegeerd skigebied. Samen met de Dolomietentoppen Schlern (2461 meter) en het Rosengartenmassief maakt de alm deel uit van het natuurpark Schlern-Rosengarten. De berg Schlern of Monte Sciliar is een indrukwekkende verschijning, het is een imposant rotsblok met verschillende rotstorens...de magische Zuid-Tiroolse Tafelberg en één van de herkenningstekens van Zuid-Tirol. 

De Dolomietentop Sassopiato of Plattkofel (2969 meter) staat ook statig te pronken langs de gigantische alm en deze maakt ook deel uit van het Langkofelmassief. De hoogste top van dit massief is de Langkofel met 3181 meter.

Halverwege onze tocht beslist mannetje om via de weg naar het gasthof te wandelen, ik ga met het grootste deel van de groep mee langs de klimroute. Een hele uitdaging voor de kuitspieren maar ben blij dat ik hierdoor weer veel moois heb gezien onderweg. Zo hadden we een geweldig zicht op het Langkofelmassief of Sassolungo.

In gasthof Ritsch Schwaige aangekomen kunnen we meteen aan tafel...we hebben een fenomenaal uitzicht op de Dolomieten achter een immens raampartij. In de verte zien we het Sellamassief liggen. We krijgen er een typische kaas-vleesschotel op een houten plank geserveerd met brood en als dessert een stuk appelstrüdel. Hoewel ik van zo’n plankje niet zo’n liefhebber ben smaakt het meeste me toch. 

Na het eten stappen mannetje en ik langs de weg terug naar het bergstation. Onderweg nog een fotoshoot met wat bergkoetjes om dan omstreeks 14u30 de ontzettend warme gondel te nemen naar het dalstation. Toch altijd wel wat eng zo’n kabelbaan maar het is wel enorm genieten van het landschap onder en rond ons. 

Aangekomen in het dalstation besluit mannetje een ‘sportieve’ wandelstok aan te schaffen...tja, sinds de vijf ervoor staat wil ie blijkbaar zijn voorzorgen nemen. 

Om 15u de bus weer op en niet veel later passeren we een speciaal dorpje, Kastelruth, bekend geworden door het volksmuziekgroepje Kastelruther Spatzen dat hier destijds plaatselijk begon op te treden voor familie en vrienden en nu overal gevraagd wordt om op te treden. Hier in het dorp hangen alle vlaggen uit van de landen waar ze ooit al hebben opgetreden. Hun muziekteksten gaan over het dagelijkse leven in de bergen. Ze zijn ook al komen optreden in het Antwerpse Sportpaleis, onze Belgische vlag hangt hier dan ook te wapperen. 

We rijden door Val Gardena of Grödnertal... hier bezoeken we het mondaine plaatsje St. Ulrich of Ortisei, bekend om de wereldvermaarde Tiroler beeldhouw- en houtsnijwerkkunst. We hebben wat vrije tijd in het mooie plaatsje en bezoeken er een kleine expositie van houtkunstwerken, gaan in een kerkje kaarsjes branden en kuieren wat door de winkelstraat. Aan een fontein frissen we ons wat op want ook hier is het erg warm. Een zwart hondje denkt er ook zo over en zet de pootjes tegen de fontein maar kan net niet aan het water. Mannetje neemt wat water in zijn hand en laat het beestje drinken. Dankbaar legt het hondje zijn of haar pootje op mannetje zijn onderarm...echt zo schattig. Weer een goede daad verricht...

Om 16u45 bollen we terug richting hotel doorheen een prachtige natuur, ook nog een stukje Brennerpas, weer het Pustertal door om dan tegen 18u te arriveren.

Na een verkwikkende douche staat er weer een lekker diner op ons te wachten. Daarna nog even een glimp opvangen van de zonsondergang achter de bergen, ideaal moment om het fototoestel weer boven te halen. 

Moe maar voldaan is het tijd voor een hopelijk goede nachtrust...na eerst de kuiten een flinke massage met spierbalsem te hebben gegeven (ze doen dus echt wel pijn)...ciao...

Foto’s

1 Reactie

  1. Sandra de Gier:
    26 juni 2019
    Weer ontzettend fijn om je reisverhalen te lezen Brenda, ik ben er een beetje bij.
    Ik ben er nog nooit geweest, maar het lijkt me (En zeker na jouw verhalen en foto's te lezen en zien) prachtig.