Akureyri-Borgarnes

7 september 2016 - Borgarnes, IJsland

Na een chaotisch ontbijt (wegens een veel te kleine eetzaal) laten we Akureyri achter ons en rijden we vandaag meer westwaarts doorheen de Skagafjördur vallei, bekend om de IJslandse paarden, een oud en uniek ras, en het enige paardenras dat op IJsland voorkomt. De paardjes zullen we vandaag dan ook regelmatig zien opduiken. Naast de gebruikelijke drie gangen, stap, draf en galop) beheerst dit paard nog twee gangen, de telgang (linker voor- en achterbeen worden tegelijkertijd naar voren gezet en dan is het rechterbeen aan de beurt) en de tölt (hierbij is in volle vaart minstens één been aan de grond, voor de bereider aangenaam want er is geen zweefmoment). 

Onze eerste stop is bij Glaumbær, waar je een oud turfboerderijtje uit de 18de eeuw en een kerkje kan bezichtigen. De boerderij was tot 1947 in gebruik en is nu een museum. We wandelen er wat rond, laten een kaarsje branden in het kleine kerkje voor al wie ons dierbaar is en besluiten daarna iets te gaan drinken in het koffiehuisje. Dit is helemaal 'old style' ingericht en op de bovenverdieping kunnen we nog heel wat spulletjes bekijken uit de tijd van toen. Mannetje zegt dat de IJslandse mannen wel knappe gasten waren vroeger...en doet alsof er een foto hangt terwijl het een spiegel is waar hij inkijkt (ff wat humor tussendoor). Het gedeelte van het museum van Glaumbær waarvoor je moet betalen laten we deze keer aan ons voorbij gaan. Hier zijn vele verschillende kamers tegen elkaar aangebouwd waarvan drie volledig ingerichte kamers uit de 18de eeuw te zien zijn. Er is maar één hoofdingang om de warmte binnen te houden. Ook het gras op de daken heeft een isolerende functie.
Rond 11u15 gaat onze busreis verder en worden we door de gids getrakteerd op een vertelling van een IJslandse saga, Gunnlauds saga Ormstungu...je kan het gerust eens googelen en lezen, leuke saga.
We rijden het kleine vissersstadje Blönduós door en zien er een heel futuristische kerk staan...echt de moeite om te zien. 
Onze chauffeur Johann wil ons absoluut nog een fantastisch mooie waterval laten zien, de Kolufossar gelegen in de kloof Kolugljúfur...en deze waterval (de zoveelste!!!) was inderdaad een fraai exemplaar...we noemen het de Johannsfoss (foss = waterval).
Vervolgens lunchtijd bij Stadarskáli in Stadur...we eten soep en wat van de saladebar. Hier kan je ook de rechtstreekse lijnbus nemen naar Reykjavik, dat is nog zo'n 250 km hiervandaan. Bij ons zou je diverse keren moeten overstappen om op je plaats van bestemming te geraken.
En dan weer verder...na een uurtje arriveren we bij de heetwaterbron Deildartunguhver in Reykholtsdalur. Het is qua volume de grootste heetwaterbron van Europa (productie van 180 ltr/sec met een temperatuur van ongeveer 100 graden Celsius). In de bron zie je het water gewoon koken. Het hete water wordt via pijpleidingen afgevoerd naar de steden Borgarnes en Akranes en wordt vooral gebruikt om huizen te verwarmen...er worden ter plaatse ook kassen mee verwarmd voor het kweken van komkommers en tomaten. Er loopt ook een vriendelijke bordercollie (of een kruising ervan met een husky) rond die iedereen welkom heet en terug uitzwaait...
Vlakbij nemen we ook een kijkje bij Reykholt, de boerderij van de Shakespeare van IJsland genaamd Snorri Sturluson, een bekende IJslandse schrijver en politicus. Er is een museum en zijn hottub kan je ook nog bekijken, die was verbonden met zijn boerderij via een tunnel.
Het is flink aan het regenen en iedereen wil vlug terug naar de bus. Een kwartiertje later gaan we nog twee watervallen bekijken (ben de tel ondertussen kwijt). Het is gelukkig weer gestopt met regenen. De Hraunfossar (lavawatervallen) is wel een heel speciale vermits deze over een afstand van 900 meter bestaat uit een hele reeks watervallen die uit een lavaveld van twee lagen (onderste laag is waterdicht) stromen. Het water is dus onzichtbaar tot het uit de muur van lava stroomt. Het water is afkomstig van smeltwater en regenwater dat door de bovenste laag lava (die poreus is) heen trekt. Heel knap om te zien...
Iets verder stroomopwaarts van de rivier Hvitá (witte rivier) ligt de Barnafoss of kinderwaterval (legende vertelt dat hier ooit twee kinderen zijn verdronken door van een natuurlijke brug te vallen) waar de Hvitá zich door een smalle kloof perst. 
Even later nog een fotostopje bij wat IJslandse paarden en daarna gaat het richting hotel Borgarnes in Borgarnes. Het hotel kijkt uit op de berg Hafnnarfjall en op ongeveer 200 meter ligt het Borgarfjordur-fjord. Onze kamer heeft een geweldig uitzicht op beide. 
Even wat chillen op de kamer en om 19u30 is het etenstijd. Er is nog een andere groep van Kras en die doen de 11-daagse tour in IJsland. Zij hadden afgelopen maandag de walvissafari gedaan en ze hadden 10 walvissen gezien en het water was een spiegel. Goh, dan hebben wij wel ff pech gehad...
Na het eten nog wat natafelen met enkelen van de groep en we besluiten om samen nog even naar het plaatselijke kerkje te gaan. Daar aangekomen merken we dat de deur niet op slot is en we gaan even binnen kijken. Doet wel raar om rond 21u30 in een kerk te staan waar enkel wat licht binnenkomt van de buitenverlichting. 
Hoewel de Bz-waarden niet zo gunstig zijn gaan we toch ook nog even mee met een groepje die het noorderlicht zou willen zien. Er is ook nog altijd heel veel bewolking. Ook heel veel last van lichtvervuiling in de buurt. Erg ongunstig allemaal. Na een klein uurtje besluiten mannetje en ik om terug naar het hotel te gaan. Morgen onze voorlaatste dag op IJsland...en het boek is nog steeds in ons bezit...Bless (tot ziens)...

Foto’s